Blind bakken doe je bij taartbodems met een blinde vulling. Die vulling eet je niet maar wordt gebruikt om het deeg goed in vorm te houden. Die tijdelijke vulling kan bestaan uit gedroogde peulvruchten, schone kersepitten of speciale keramische korrels. Blindbakken gebeurt bij taarten waarvan de vulling anders eerder gaar zou zijn dan de bodem en bij taarten waar de vulling niet hoeft te worden gebakken zoals bij een kwarktaart. Bodems van taarten met een vochtige vulling moeten ook meestal eerst blind gebakken worden omdat de bodem anders niet gaar wordt. Na het bakken met een blinde vulling wordt dan de bodem kort nagebakken om de bodem meer kleur te geven.
Bodems worden gebakken bij 180º C en bladerdeeg bij 220º C. Grote taarten bak je door eerst 10 minuten blind te bakken en daarna nog 10 minuten zonder vulling. Wordt de vulling helemaal niet meegebakken reken dan op 2x een kwartier. Als het deeg zoet is bak dan de 2e keer op een lagere temperatuur; zoet verbrandt namelijk sneller.