Manlief is een Zeeuw en met een Zeeuwse logee op oudjaarsavond ontkom ik er niet aan om Zeeuwse appelflappen in Noord Brabant op tafel te zetten. Brabrantse worstenbroodjes zou kunnen er trouwens ook wel bij, in miniatuur versie in eenhaps uitvoering. Maar ik weet eigenlijk niet het verschil tussen appelbeignets en deze flappen. Het zijn gewoon appelbeignets in bierbeslag. Dat bier maakt het korstje lekker knapperig en is bijna hetzelfde beslag als voor fish van fish and chips. Maakt niet uit, ze smaken goed! Net als de Trappist oliebollen.
Nodig voor Zeeuwse appelflappen
- 400 gram zelfrijzend bakmeel
- 4 appels
- 1 ei
- snufje zout
- Suiker en kaneel
- 1 fles oud bruin bier
- Bloem
- Poedersuiker
Zo maak je Zeeuwse appelflappen
20 stuks ongeveer
- Roer het ei en een snufje zout door het zelfrijzend bakmeel
- Met een garde roer je het tot een glad beslag
- Schil de appels en snijd ze in schijven
- Steek met een ronde deegsteker het midden uit de appelschijven
- Haal de schijven door het mengsel van suiker en kaneel en bestuif licht met bloem
- Haal door het beslag en bak de schijven in de hete olie op 175º C tot ze goudbruin zijn
- Bak er maar 3 tegelijk zodat het vet niet te hard afkoelt
- Laat uitlekken op keukenpapier en strooi er een mengsel van poedersuiker en kaneel over