Tiramisu is een van mijn favoriete Italiaanse nagerechten. Tiramisu betekent letterlijk, trek mij omhoog, oftewel maak mij blij of vrolijk mij op. Het bestaat uit verschillende lagen en is een combinatie van biscuit (lange vingers), koffie, een alcoholische drank, mascarpone, ei en cacao. Als je weet dat je tiramisu als toetje gaat eten kies er dan voor om vooraf wat minder te eten want het is erg machtig. Klassiek maak je het in een grote schaal maar ik heb een variant voor je; eenpersoonsportie in een kopje of mooi glas. Leuk voor een etentje met vrienden of alvast voor Kerst. Je kunt het een dag van tevoren maken want dan is de smaak het lekkerst.
Nodig voor tiramisu, 4 personen
- 125 ml slagroom
- 250 gram mascarpone
- 3 eierdooiers
- 75 gram witte basterdsuiker
- 100 ml espresso of hele sterke koffie
- 12 lange vingers
- 4 eetlepels amaretto
- cacao
Zo maak je het
- Klop de slagroom met wat suiker, niet helemaal stijf
- Klop de eierdooiers met de rest van de suiker tot een schuimige massa, ongeveer 5 minuten
- Schep de mascarpone in gedeelten door het eidooiermengsel
- Spatel de slagroom de er voorzichtig doorheen
- Meng de amaretto met de koffie
- Snijd 8 lange vingers in drieën en verdeel over de kopjes
- Giet er wat van het koffiemengsel over
- Schep een laagje van het mascarponemengsel op de lange vingers in het kopje
- Maak nog een laagje van lange vingers, koffie en eindig met mascarpone
- Zet er ter decoratie een lange vinger in en plaats minimaal een uur in de koelkast
- Strooi voor het opdienen met een laag cacao
Voor het effect op de foto heb ik er niet zoveel cacao op gedaan maar je mag heel de bovenlaag bedekken met cacao. Lekker met een extra glaasje amaretto erbij